Pagina's

De dans van de bange hond

Het verhaal is te treurig om te vertellen en te zingen.
Het gaat dan ook om heel onbetamelijke dingen
Er zwerfde eens een hond tussen oude stenen
het arme beestje had steeds honger en zweren

Het dier had al zo veel slagen gekregen welzeker twee
het vond wel steeds zijn bord gevuld tot zijn tevree
Het droomde van niet meer dan zijn hondehok
Gevuld met teven en geen katten voor zijn blok.

Zoals het de beste vriend betaamt stond hij klaar
Klaar niet voor gelik maar met stijf haar
Hij dacht niet aan een been te kwijlen 
of heel zalig elders te verwijlen

Hij dacht niet aan de verre duinen of zegening
maar hij zette zich schrap voor de vernieuwing
De roep klonk al van in de oudheid en zo groot
maar was nog nooit door een hond gehoord 

Hij dacht enkel hoe groot zijn kracht droeg.
Hij verachte de katten, mussen en kroeg. 
Hij was de vernieuwing, de reddende hond
leefde zo vol vrees dat het droop in zijn kont

Maar dan kwam de grote boze duivel storen
deze booswicht was met geen blaf te bekoren
Een baksteen volstond niet voor zijn hart
en zijn woorden klonken toch zo hard

Er was geen respect voor het blaffen en banden. 
geen bang gevoel voor de klauwen en witte tanden.
Men kroop niet weg voor de meute gieren
en begon niet te beven voor het tieren.

Men kon er niet lang om klagen en treuren
het verhaal moest nu eenmaal zo gebeuren
Het hondje is pijnlijk de pijp uit gegaan.
het mocht zelfs niet naar de hemel gaan

Het was zo bang van de duivel en zijn ras
maar die bandiet heeft er voor gepast
Het hondje is overleden van angst en ellende
Het werd toch zo belaagd door de bende

En toen het ten grave werd gedragen
danste men tot het einde der dagen
want de wereld was er beter op geworden
zonder al zijn gegooi met borden.

Kinderen konden weer buiten spelen
en men hoorde ze wel wenen
Maar dat was maar voor de schijn
Om zich voor te doen als dat zwijn

Want er was geen hond meer
En niemand kreeg er een zweer
omdat men danste op de fluit
want het honds-verhaal was uit


De laatste woorden op een sterfbed

Laten we de ideologie van de macht veranderen. De machtigste landen zullen niet geoordeeld worden door het aantal van hun soldaten en de marine, maar moeten we zien als welk land de hoogste alfabetiseringsgraad heeft, als welk land de meest opgeleide mensen heeft, en welk land de fundamentele rechten aan de burgers het meest gegeven heeft. 

Nee dat zijn geen sterfwoorden, de tittel klopt niet. Maar anders interesseert dat waarschijnlijk toch niemand. Het is het Malala Yousafzai dankwoord bij de Sacharov prijs , dat ze wijde aan de miskende helden van Pakistan en mensenrechtenactivisten wereldwijd.

Het is maar een onbelangrijk prijsje en maar erkenning door het Europees parlement. Dat is wel stukken minder belangrijk dan een parlementslid dat zichzelf vergast heeft of ezn gemeenteraad die wat ruzie maakt zodat traangas niet eens nodig zou zijn. Zoiets machtig is het dus niet.

Het gaat dus niet over de macht van legers, politie, partij klopploegen en zo meer. Het gaat ook niet over macht van geld zelfs niet over beton en wegen, fabrieken en al dat machtig spul waar men toch zo high van word dat het je adem afsnijdt. Het gaat over de macht van onderwijs, de macht van een kind en de macht van mensenrechten. Nee, niet lachen dat is echt de grootste macht die er bestaat en die maakt dat andere; ja hoe moet je dat noemen. Laat maar het moet niet eens een naam hebben.

Men heeft dus al geweld en macht ...., nee zwijgt alsof de furher het in vijfvoud geboden heeft. 

Er is dus onderwijs en liefde en dat maakt dat mensen al van jongsaf kunnen lezen, rekenen en zoveel andere dingen die we later toch niet nodig hebben en vergeten. Of toch niet helemaal, we zouden ze moeten vergeten en men vind het niet leuk dat we dat niet zijn. Maar zoals de zeer machtige het zei het is de ware macht van een land.

Het is zeker die prijs waard en dat weet Antwerpen al lang loop maar even mee.

We hebben Vlaamse helden, beenhouwer, wevers en zelfs burgemeesters. We geven ze een hoerenbuurt of wat drugs en we zetten er een Franse generaal en wat hakenkruizen naast. Dat is dus ons Antwerps eerbetoon aan de machtige van leger en slagkracht. Mooi dan is iedereen toch tevreden.

Maar wat zijn nu onze echte machtigen? Elke bewoner van Antwerpen en omliggende planeten weet dat de echte macht zich rond de Onze Lieve Vrouwetoren situeert. Dat begint al goed, een maagd met een hoofddoek en een zogende baby. Er rond ligt volop handel en harde bedrijvigheid, we zijn nu eenmaal een havenstad. Een beetje uit de context maar arbeid is zeker macht maar het is geen vrijheid maar ook geen onvrijheid.

Maar de echt verrassende vaststelling is dat de grote macht van Antwerpen een zekere Jan Blom is zelfs een Rubbens moet er nog wat afstand van nemen. Maar wie is dat dan? Een doodgewone ambtenaar gespecialiseerd in bouwwerken en catalogeren van het patrimonium. En vergis je niet die was pas machtig. Terwijl de Franse legers heel Europa en zelfs al Afrika en Azië en Amerika binnen dreunde maakte die ze in Antwerpen even belachelijk. Hij hield ze jaren aan het lijntje en dwarsboomde heel hun strategie van stadsvernieuwing. De macht van die man was gewoon dat hij zo onderwezen en onderlegd was dat zelfs een complete Frans bezettingsapparaat er kaduul van werd.

Een kerkhof en melk verder komen we op een meer gekende macht, Hendrick Concience, eveneens een ambtenaar trouwens, maar meer gekend met zijn macht van schrijven. De voornaamste prestatie van deze man is geweest dat hij bewust maakte van het belang dat het Vlaamse kind kon lezen en schrijven. Minder gekend is dat hij ook al hevige voorstander was van frisse buitenlucht en kinderen naast lezen ook liet kennis maken met bos en zee. Al 150 jaar geleden pleite hij vurig voor een lucht en zuiverheid buiten de stad. 

Gaan we iets terug en door naar de Schelde komen we een andere machtige tegen Pieter Pot. Naast Antwerps en Vlaams is het nu de beurt aan de Hollander. Deze man is zowat de grondlegger van het Antwerps OCMW. Deze havenbaas had een uitgebreid handelsnetwerk opgebouwd, in tegenstelling tot huidige versies ging het dan niet om de burgemeester ed om te kopen. De befaamde oranje hebzucht moest nog 100 jaar wachten. Maar hij werd befaamd door zijn voorzien in weeral onderwijs en daar men op een lege maag niet kan leren ook volop gratis graan ed. Hij schokte zijn tijdgenoten en zeg maar eerlijk ook ons, door zelfs het Steen, het toenmalige gevang, van krentenbrood en erwten te voorzien. Zulke gek zou men vandaag in de gemeenteraad niet uitlachen maar eendrachtig uitjouwen.

De volgende is Ernest Van Dijck en die laten we zelf aan het woord:


Ik zoek geen wraak
Want hoe mijn hart ook breekt
Eeuwig verloren lief, eeuwig verloren lief
Ik zoek geen wraak,
ik zoek geen wraak
Hoe je ook straalt op diamantenjacht
Nu hij betaalt, vergaat je toverkracht
Net wat ik dacht
Ik zoek geen wraak, want hoe mijn hart ook breekt
Ik snap jouw toekomstdromen
Ik snap wat jou en mij is overkomen
Ik snap dat jij niet snapt wat hij verwoest
Maar ik snap best waarom jij kiezen moest
Ik zoek geen wraak, ik zoek geen wraak


Men vind verder nog wel namen en ze zijn niet alleen maar typeren wel wat Antwerpen echt belangrijk vind en Malala Yousafzai zou er zich thuis voelen en er vrienden vinden die mee zouden voelen.

Legaliseer dat wat heilig is

Dat men met religieus slachten een legaal probleem heeft zou duidelijk moeten zijn maar is dat klaarblijkelijk niet. Nu is het een speelbal van racisme, mensenhaat en helemaal belachelijk zogenaamd menselijke empathie.

Het punt is dat het onverdoofd relgieus slachten rond de Belgische wetgeving geen discussie zou mogen zijn. Jagen is bvb veel gruwelijker, pijnlijker en getuigt gewoonweg van sadisme. De cijfers zullen daar geen 72% tot 88% tegen zijn maar toch een meerderheid halen. Een meerderheid die compleet verdwijnt als men naar vertegenwoordiging/partijen gaat kijken. Een effect dat bij religieus slachten ook bestaat zelfs ondanks het populaire racisme. Want wat men eigenlijk wilt is een verbod op slachten door moslims niet door andere religies maar dat is zeker niet mogelijk.

Waar het probleem zit is dat de Belgische wetgeving in principe geen uitzondering op religieus gedrag of ook niet op kapitaal grond toelaat. De wet is de wet voor iedereen hoort men wel eens beweren als het om wanpraktijken gaat. Maar de wet is blijkbaar de wet niet voor iedereen als het om gruwel gaat. 

Het is een universele constante van de zogenaamde woord-religies (judaïsme, christendom, islam ) dat het slachten van een kind een heilig gebruik, het Abrahams offer, is. Christendom gaat daarin zelfs het verst het is daar goddelijk. Voortgaand op de traditie van het slachten moet men dit dus volkomen legaliseren. Een slecht folklore gebruik kan niet maar geen enkele wetgever kan zich toch tegen de godheid richten. Ze doen dat ook niet, de godin der jacht krijgt zo bvb alle eer die haar toekomt. Een godin die officieel enkel wat zatte studenten verder in eere houden. Zodoende kan het slachten volkomen voor iedereen gelijk zijn dat is maar het afkooksel van de ware aanbidding. 

Het offeren van een kind is datgene wat men moet legaliseren, niet zo zeer voor gelijkheid der mensen maar gelijkheid der goden. Diana en Artemis krijgen voldoening van hun aanbidders die er niet zijn maar de enige God die nog wel zijn aanbidding heeft wordt hier dan gediscrimineerd en belachelijk gemaakt en dat is toch compleet ongehoord en zelf heiligschennis. En dit is niet 1 godsdienst maar de gelijkheid van de 3 voorname godsdienst-groepen in Europa en verre omstreken. Zelfs de goden van het Hindoeisme zouden nog kunnen meedoen, enkel Boeddha doet wat moeilijk maar dat is dan ook geen God.

En vergis je niet ware gelovige, ja ware gelovige want je gelooft meer in een godheid dan je beseft, die offers worden al volop gebracht. Ook hier in België sterven kinderen tot eer en glorie van eender welke God zelfs diegene die we niet eens meer kennen. Een zaak die men stil gedoogd want racisme en mensenhaat dat kan nu nog maar een godheid verstoren doet geen enkel zinnig mens. Laten we dan toch stoppen om dit hypocriet te negeren en in onze wet steken dat kinderoffers, op religieuze gronden anders is het geen offer, toegestaan zijn. En zo men moeite heeft met dat religieuze maakt er dan gewoonweg van dat kinderen doden op grond van overtuiging zonder beperking toegestaan is. Men moet bewust weten wat men doet maar verder is het dan heilig en wettelijk. En dan kan geen enkele religie nog nood hebben aan religieus slachten. En nog belangrijker dan halen we zelfs nog meer ongerijmdheden uit onze wet, het kind kan dan echt dienen waar het voor gemaakt is onze wellust en bloeddorst.

Het klinkt hard en doet pijn aan onze oren, maar we hebben geen ideologie of godsdienst van enig belang die dit zou tegenhouden. We moeten hen natuurlijk geen pijn doen en hen ook niet in angst laten leven. De fout die onze keizerin bv maakte, mensen laten doden in oorlog is een grootsheid maar ze bang de oorlog in sturen is fout. Maar die fout kan men mee in de wettelijke omschrijving voorkomen, doden mag enkel angst en terreur is uit den boze. Verdoofd en misleid het slachtoffer zodat het in vrede gaat. En als we zo universeel vrede kennen waarom zouden we dan een wet van oorlog dat laten tegen houden?

Waar is er hout van de Kathedraal te koop?

In 1968 vond er in Antwerpen een opmerkelijk iets plaats. De Jan Blom straat werd ingewijd. Een opmerkelijk eerbetoon aan een man die alles zo anders liet zijn. Jan Blom was geen koning, prins of veldheer maar kreeg wel de krans van de stad aan de poort van de Onze Lieve Vrouwe toren. Hij was gewoon een ambtenaar wier voornaamste prestatie nog wel alles in het honderd laten lopen is geweest. Geen tien mensen heeft hij zo gedood of zelfs niet gered, enkel heeft hij zorg gedragen voor een paar ton stenen. Met de altijd al zo gehate kunst van beheren en niet leiden sloeg hij er als eenmans leger erin om een religie hatende Franse legermeute jaren te sussen en zodoende de Antwerpse kathedraal trots te redden. Voor enkel stenen en wars van elke dogmatiek van anti-religie wist hij door gewoonweg strikt te zijn de geschiedenis meer te bepalen dan een generaal die Borgerhout plat brandde. Die kreeg wel heel wat vroeger een straat van militair belang maar waar verder niemand echt iets om geeft.

Vijf jaar later reed ik als kind reed elke zaterdag uren door Borgerhout en Zurenborg voor wat toen een zwaar katholieke krant was. Huis na huis belden we aan en kregen we een lach en een koekje. Bang was er niemand enkel in de krant stond er bedreiging van russen en vietkong. Er liepen ook toen heel wat vreemde mannen rond. Ze zagen er heel vrees inboezemde uit maar ze waren toch zo vriendelijk. Talloze keren heb ik hen geholpen met een brief of zelfs een deur. Ze zagen er zo ontzaglijk uit maar waren bang om een deur open te doen. En dat zonder een snoepje te krijgen. Ik heb in die jaren veel geleerd maar toch zeker de les dat wat men lijkt te zijn dikwijls iets heel anders is dan wat men is.

In oktober 1981 eindigde echter die vrede en ontstond er een afkeer die ik zelf aan volgende generaties zal doorgeven. Het was zo vredig dat wekelijks en meer gefietst door zo gemengde en rustige wijken. Maar die maand werd Antwerpen getekend door een terreur van bomgeweld tegen onschuldige kinderen. Zowel mijn vader als grootvader beleefde gouden dagen met het nieuws van het moment. Bloed en tranen verkochten toen nog beter dan broodjes. Dat is geen probleem, het zou pas erg zijn als mensen er niet meer om gaven.

Maar naast al die vrede was er ook een duister puntje. Vlakbij die straten kende me een gelukkig eenmalige terreur met bommen en vele doden. Naast vele dingen heeft die gebeurtenis me veel veranderd.
Hoe vreselijk ook, deze trieste zaak zou vergeten zijn door de vele andere trieste feiten sindsdien. Maar voor mij persoonlijk kreeg dat anders zijn dan men zag een veel engere betekenis.
Stenen van een kathedraal bleken niets waard te zijn en dat eeuwen na een Jan Blom. Ze werden herwerkt en gebruikt om nazi praktijken mee te bekostigen. Veel bracht het niet op maar voldoende voor wat stikkers en verbaal geweld. "De joden hadden de ellende zelf gezocht" Ik begrijp het nog altijd niet dat na dergelijk bloed men zo zonder vrees en schroom kan roepen dat men het zelf heeft gezocht. Ik ken de misdaden van de vaders van de kinderen niet en die zullen er wel zijn. En er zijn al van ouds tot vandaag zaken waar men de onmenselijkheid tegen eigen bloed en vlees kan zien. Maar geen van deze waanzin nadert tot het misbruiken van dode kinderen om meer haat te preken. De boskampen en uniformen en andere spelen verandert door die kathedraal stenen in een smerigheid die de modder nog te heilig maakt.

Mijn jong geloof in een machtige pers en degelijke politie verdween toen men daarmee op zoek ging naar een degelijk georganiseerde bende die wat Joodse winkels ging besmeuren met stikkers waar men hen de dood van hun eigen kinderen aanwreef en er een politiek spel mee speelde. Een spel van 1 man met een handvol sympathisanten en vooral wat kathedraal stenen die men beter op het steenstort had gelaten. Een spel dat wel veel opbracht en nu mee Antwerpen bestuurd.

Veel jaren zijn voorbij, de kinderen van toen zouden nu beginnen grootvaders te zijn. De kathedraal heeft nog altijd stenen te koop. En op Zurenborg lopen er nog altijd vrees inboezemde mannen rond.
En de kleinkinderen van die mannen die ooit zo bang voor deuren en brieven waren zijn nu nog banger geworden. Waar men vroeger enkel God vreesde is men nu wel doodsbang voor een boodschappentas.
In plaats van dat men vraagt om de deur open te doen beveelt men nu om de tas en schend de sabbat van wie niet eens in stenen gelooft.
Als men nu door die straat wandelt wordt men staande gehouden door een zootje ongeregeld dat meer Duits dan Antwerps spreekt en in onvervalste heirvolk stijl om de controle van de straat eist.

Nee, ik geloof nog altijd niet in die stikkers dat de Mossad een handje helpt. Of zelfs niet in stikkers dat de Antwerpse politie de religieuze waanzin een handje zou helpen. Die lieve heren en veel anderen willen zeker wel helpen maar ze hoeven dat niet eens. Een Jan Blom kon als 1 man een hele kathedraal laten staan, het is voor dienaars van goden en regels geen probleem om veel minder steenezels te zijn. Als men als 1 man een Kathedraal kan laten staan, dan is het toch geen probleem om als iets dat er toch op lijkt ook met wat stenen te kunnen gooien of iets dergelijks. Dat is veel gemakkelijker men moet er alleen maar wat banger voor zijn. Ooit werd me geleerd dat men dan geen man kon zijn zo maar dat zal ook wel niet kloppen. Dus het zal dus wel iets mannelijkst geweest zijn dat zich stoer en in groep een hele piet vond maar verder wel wat ontbrak.

Maar weet er nu iemand waar er houtwerk van een kathedraal te krijgen is? Als stenen zo productief kunnen zijn en mensen tot zulke grootsheid kan aanzetten tot wat moet levend hout dan in staat zijn. Voor wie het vergeten is die kathedraal staat niet voor een steenhouwer en zeker geen cementboer maar voor een timmerman. Dus als stenen zo vreselijk kunnen zijn wat moet men dan met wat houtwerk kunnen?
Wees niet bevreesd om wat stenen die men zou bedreigen maar leve het hout. Dat hout moet zeker een affiche groter dan bij de verkiezingen kunnen worden van dat Antwerpen een stad is waar vrees geen woonrecht heeft welke 1 of een paar man bendes daar ook ooit steen-terreur in willen doen.

Met het afvalhout van de kathedraal moeten we toch heel Antwerpen kunnen dichttimmeren en elke vervuiler in een kist verzenden naar de diepste hel. Voor wie daaraan twijfel gedenk maar wat Jan Blom met stenen kon. En met hout begint men pas aan het echte werk....

Religieuze onman, ja ik heb het tegen Uw edellachtige. Welke religie, ideologie of ander grote waarheid dat je belachelijk maakt maakt niet uit. Welke wc-stenen en houten tandenstokers je ook maar verheerlijkt kan me niet schelen. Er zijn stenen en zeker houten en nog meer levende panelen waar het de moeite voor is om moeilijk te doen omdat ze zouden blijven staan. En de wereld weet al eeuwen dat ze daarvoor niet op de grote belijders moet rekenen. Dat is al veel te veel bedrogen en belogen. Welk groot licht van waarheid je ook bent in je stenen zaaltje, tot U ellendigheid richt ik me.

Onedele halfman die zich halfgod waant, bedenkt dat er in stad als Antwerpen heel wat hout is en als je weet wat stenen konden moet je nog banger worden als je al zult zijn. Je bangheid is wel grappig en amusant maar wees er wel wat zuinig mee. Het is niet gezond voor lijf en lendenen om zo bang te zijn, niet voor je eigen knoken maar vooral niet gezond voor de Antwerpse baby's. En die hun moeders wilt je zeker niet kwaad zien als je zelfs al bang bent van hout en steen en nu zelfs van winkeltasjes.

Naar aanleiding van nazi terreur van een duistere beveiligingsorganisatie van religieuze gebouwen die menen dat naar de winkel gaan op zaterdag hun veiligheid en rust bedreigt. Deze helden menen recht te hebben op willekeur en op discriminatie gronden mensen op straat lastig te vallen en af te dreigen in een vreemde nogal Duits klinkende taal. Wetten en overlastreglementen zijn hiervoor natuurlijk onbestaand.

Gelukkig geldt dat ook voor het uitoefenen van prostitutie voor hun deur wat elders en voor anderen verboden is maar daar en voor hen telt die wet niet. Het zou toch vreselijk gevaarlijk worden als deze vrienden hun lusten, die hier zeker bij horen, niet via prostitutie zouden kunnen bevredigen. Een ellendig iets die kinder prostitutie en verwanten (zwak liefst anders kan men het niet) en waar te weinig molenstenen voor bestaan maar het zou nog erger kunnen.

De heilige haag, de angst der vossen.

Het is na eeuwen stilte nu blijkbaar weer tijd voor de Hagenpreken. Voor wie niet vertrouwd is met deze geschiedenis, het is de grootste en meest ingrijpend omverwerping van gezag en orde die Vlaanderen, zelfs de Wereld, ooit gekend heeft. Er bestaan geen grote verhalen over. Zelfs de veldslagen er rond hebben wel jaren geduurd maar verteld men heel weinig over. Een Guldensporenslag was maar een bagatel tegen dit gebeuren en daar vullen we rekken mee. Wat was er dan zo eigenaardig aan die haag?

Het was schijnbaar toch niet zo bijzonder. Het was open voordat men nog maar wist wat vrijheid was. Het was niet gericht op winsten van grote kapitalen al bewoog het dokwerker tot bankier. Het was het ontwaken van een mens die zonder eigenbelang de grote waarheid wilde verkondigen. Het was zoveel honderd jaar terug maar het klinkt toch zo vandaag. En zeker geen moskee of kerk maar van veel minder belang. Om een grote heilige boom zou men nog een kleine revolutie verwachten maar tegen een haag pist zelfs een groene activist.

Een voornaam punt was zeker dat het om in slaap te vallen was. De brandstapels flakkerde wel aan de horizon. Burgemeesters kregen niet enkel gevangenis straf ze werden zelfs onthoofd en verbrand. Maar men kan niet anders dan in slaap gevallen zijn als men naar die preken ging luisteren. Het druggebruik schoot toen ook door het dak. Men zal het zeker gesnoven en geslikt hebben, de haven van Antwerpen werd toen voor het eerst de draaischijf van een internationale drugshandel. Maar die tonnen aan verdovingsgoederen vielen in het niets tegenover de meest efficiënte drug, de mens en zijn dwaasheid. Niets is zo verdovend en drogerend dan een prediker die een paar uur verteld wat God maar vooral de Duivel zo graag wilt.

Een ander punt zeker niet onbelangrijk punt was dat het in het Vlaams gebeurde. Zelfs de grote Guldensporenslag werd gevoerd in de grote Franse taal. Ook vandaag bestrijden we terrorisme en vechten we voor open kennis in Engels en zelfs nog in het Latijn. Dat onbeschaafde Vlaams is toch zeker niet geschikt voor zulke grote heiligheid. Tot men aan de haag stond te pissen en aan de andere kant hoorde verhalen over een timmerman, dronkaards en hoeren. Het was zeker des duivels, onvervalste terreur en complete waanzin. In het Latijn of Spaans had dat nog te verdragen geweest maar in het boer en dokwerker Vlaams de grote hoge wetten belachelijk maken dat is compleet niet te verdragen. Stel je voor, men zou het haag-pissen nog strafbaar met de hel maken waar de gas boetes nog genadig voor zijn.

Zoals het Vlaams gedierte onder het inzicht van de Vos goed weten is het vooral haas, ram en geit die de grote schuldigen zijn van het falen van de vos zoals hij het zelf toen en nu verklaarde.
God kan de pot op!' zei Reynaert
Ik zweer u op mijn rode baard:
om het even wat ik nog probeer
of doe: het lukt mij toch nooit meer
 Ik heb ferm genoeg van al die schrik!

Men heeft het lang miskend maar de grote benadeelde in de Vos Reynaert is de vos zelf. Deze noeste hardwerkende gezinsvader heeft met niets anders te maken dan schrik. Hij doet zoveel moeite om Latijn, Frans en Engels te spreken. Hij doe zoveel moeite om de kat aan klokken te laten hangen , de beer krijgt honing en edele leeuw alle schatten van de aarde, enz. En is men hem dankbaar? Nee hij word gewoonweg geterroriseerd door angst, letterlijk:
U krijgt ook nog het privilegie
Reynaert en heel zijn familie
ongestraft te molesteren,
waar u ze ook kunt traceren.
De ram en geit genieten nog van enige vrede in hun bejaging maar, de haas kan zijn kop te rust leggen maar de arme vos kent enkel angst.

En dit brengt ons terug tot die haag. Ertegen pissen is dus al heiligschennis maar dat was nu ook nog de enige plek waar die Vos zich veilig angstig kon voelen. Omringd door kevers, vogels en hazen kon hij daar rustig zijn kinderen te eten geven. En nu zoals de vos vloekte gaan ze daar preken over draken en cherubs en die ondankbare en vervloekte leeuw. Men zou er zelfs kunnen vertellen, aan Antwerps volk begot, dat men niet bescheiden maar nederig moet zijn of was het omgekeerd. Aan de haag gaan luisteren in de schaduw van een kathedraal zo groot als de toren van Babel.  Alle grote talen van de wereld die vossen kunnen spreken kunnen klinken in die kathedraal. En dan gaat die Antwerpenaar met grote nood in het Vlaams luisteren naar verhaaltjes van nederigheid. En dat in de tuin van onze lieve vos, het arme beest moet er roos van uitgeslagen zijn.

Dit is natuurlijk een oud verhaal, er zijn geen hagen rond Antwerpen meer. En die vos kon wel terug zijn vrede vinden. Maar vandaag ziet men nog steeds hetzelfde, die arme vos helpt de koning, slooft zich uit voor adel en geld maar krijgt enkel ondank en angst terug. Hij zet zich zo in om het Antwerps water zuiver te houden. Bier wordt verboden, drugs wordt opgespoord en zelfs de urine wordt vervolgd. En voor die noeste arbeid krijgt onze arme Vos enkel ondank en haat terug. En alsof dat niet pijnlijk genoeg was zijn er weer die hagenpredikers die gaan zeggen dat zelfs tegen de haag pissen strafbaar met de hel is. Kom nu, kan men nu nog meer de heilige vos belachelijk maken? Zulke misdaad, nee zeg maar terreur, moet dan ook bestreden worden in elke edele taal ter wereld, Engels, Frans, Latijn enz Stop die Vlaamse terreur want die arme vos gaat nog sterven van de angst en heeft zo nood aan wat pis over zijn kasteel.

Wat die predikers juist vertelde weet men niet meer. Wat hun opvolgers vorig jaar vertelde zijn zelfs hun toehoorders al vergeten. Het ging over pis en dat je dat zelfs niet tegen de haag mag doen, of zoiets. En zulke waanzin moet de vossen vandaag meer angst dan ooit aanjagen en zeker terecht. Want dat bedreigt pas serieus de orde en zorgvuldigheid van de samenleving. Stel je maar voor met barstende blaas nog liever sterven dan die haag te ontheiligen. Die haag trekt het zich niet aan maar stel je maar voor dat je aan die haag staat of nog erger erin woont. 

Zulk radicaal zelfs de meest fundamentele dierlijke behoefte afwijzen doet heel ons economisch en politiek denken op zijn grondvesten daveren. Ketters, terroristen, heksen, hoeren, belastinginners en ander gespuis ontkennen met een vuur dat zelfs de Duivel bang maakt dat ze willen pissen op het kasteel en dat kan toch niet. We moeten pissen anders is er geen riooltaks meer te heffen en geen investering op daken meer nodig. En vergis je niet dat is de Vlaamse zaak en nooit iets anders geweest en dus laten we nu maar verder in het Engels, Latijn of Arabisch bidden... Maar laat God nooit een woord Vlaams horen want dan gaat de wereld absoluut zeker vergaan in pis. Gun die arme vos dan toch minstens een tas en schoenen zodat hij op pelgrimstocht kan om ons te behoeden. En vergeet het niet, hij staat erop dat je op zijn kasteel pist. Vergeet God en mens en luister naar de brave vos want anders stort onze economie en macht heerlijkheid in.


Grijze neutraliteit, laat ons niet goddelijk zijn.


Men preekt volop tot een bekering tot het neutraal zijn. De ijver en het fanatisme dat erbij hoort maakt dat het zeker in religieuze termen kan bekeken worden. Maar wat is dat nu eigenlijk?

Eigen aan een dergelijke religieuze zeg maar sektarische bekeringsdrang is dat het tegelijkertijd onduidelijk is wat woorden betekenen maar dat er ook op die onduidelijkheid een hele wereld wordt gebouwd. Het ongekende woord niet verheerlijken en aanbidden komt dan gelijk te staan aan een aanval op de gehele wereld. En de meeste mensen gaan geen oorlog der werelden beginnen om een woord dat men niet kent. Maar als die oorlog niet gevoerd wordt om dat woord zit men met een oorlog in een veel later stadium. Deze werking is al veelvuldig toegepast en heeft de grote nachtmerries van de 20e eeuw veroorzaakt als nazisme en stalinisme. Deze maakte zelfs geen geheim van die werking en maken een duidelijk onderscheid tussen eerst propaganda waar men het heilige woord promoot en dan de rest wat de grote waanzin wordt.

Om te beginnen is neutraliteit zeker een toestand. Het wordt wel gebruik in termen van methodiek als neutraal handelen maar uit de voorwaarden blijkt duidelijk dat dit impliceert dat men iets moet zijn een Neutraal Iemand. Dit is met hoofdletters want die Neutraal Iemand is Goddelijk. Goddelijk om diverse redenen als oplossing voor alle kwaad, bekomen van alle wijsheid en alwetendheid en vooral alomvatend. Zeker ook een belangrijk punt is het omgekeerde enkel God kan neutraal zijn maar dat belet de mens niet om zichzelf God te wanen.

Welk beeld heeft deze religie dan van God? Om dat te antwoorden moeten we de heiligheid van neutraliteit breken en het terugbrengen tot aardse begrippen. Let wel dit is heiligschennis maar enkel op die manier kan men deze heiligheid en vooral haar toepassing begrijpen. Zoals het een goddelijke eigenschap betaamt is dit een drie-eenheid, het eene heilige heeft 3 verschijningen, ondeelbaar maar toch verschillend.

De eerste is het alomvattende waar men de goddelijkheid duidelijk in terugvind. Deze neutraliteit vorm wordt geregeld samen met begrippen als democratie, volk en cultuur gebruikt. Neutraliteit is dan wat iedereen is en iedereen bevredigt. Dit kan natuurlijk enkel door de Godheid bereikt worden. Enkel als God kan men claimen alles te zijn. Als mens willen we natuurlijk ook God zijn of daarop lijken en doen dit door ons Goddelijk te maken met eerst een groep te creëren die we als God alles laten zijn en dan onszelf als die groep te beschouwen. Cruciaal is hierbij de groep enerzijds als universeel moeten kunnen beschouwen en anderzijds specifiek genoeg om Ons als de Groep te zien.

Bijvoorbeeld een veel gebruikte vorm is vandaag Cultuur, dat is gewoonweg alles wat de mensheid is maar ook bruikbaar als Onze en uiteindelijk is de Cultuur nog enkel de enkelvoudige mens die dan God geworden is. Andere vormen van dezelfde waan zijn zaken als Volk en Beschaving, terwijl Ras er een oude variant van is. Zoals al uit het vb blijkt is die omvattendheid een zelfbedrog. We kunnen niet eens alles weten laat staan alles zijn. Hoe meer we vorderen in kennis van het bestaan hoe meer we merken dat we veel niet weten of zelfs kunnen weten. En als we het niet eens weten kan men het ook niet zijn.

De tweede vorm is juist het omgekeerde, ipv alles te zijn wordt de Neutraliteit het niets. Een neutraal iemand is dan iemand die compleet los staat van de werkelijkheid of er de ondergrond van vormt. Het neemt geen standpunt in in een conflict want het is geen partij erin maar de neutrale partij. Dit lijkt veel minder destructief als een wereld dominantie in het vorige. Men is dienstig, staat iedereen te beschikking en is vooral niets. Er is toch zeker niets mis met dienstig?

Toch wel, want wat stelt nu een dienstbaarheid voor als die niets is? Echte dienstbaarheid is wel iets dat beschikbaar is en de mens of mensheid vooruit helpt. Als ze echter niets is kan en doet ze ook niets dan middelen op gebruiken. Dan enige mogelijke dienst van niets is een opzuigen van het bestaande en het vernietigen van een wereld van bestaan van iets. Het is een goedkoop excuus om niets te zijn om het echte goddelijke na te bootsen. Als God of hoger wezen kan men zichzelf wegcijferen en ten dienste stellen van wat een nood heeft. Dit is ook wat helden steeds doen, ze kunnen en/of zijn iets meer, dat kan alles zijn, en offeren zichzelf om de mens in nood te redden. Zeker heldhaftig mooi maar dan moet men wel iets meer kunnen doen en vooral de moed hebben om dat te doen. En dat is dus zeker niet niets zijn.

En de derde vorm is het gemiddelde. De neutraliteit is dan wat het nulpunt is, het evenwicht tussen goed en kwaad. In tegenstelling tot de vorige 2 is dit niet expliciet het uiterste van niets of alles maar het gemiddelde tussen niets en alles. Een probleem ermee is dat veel zaken niet grijs kunnen zijn maar wel degelijk zwart wit zo niet in kleur zijn. Er is geen gemiddelde tussen aan of uit. Men kan een toestand tussen aan en uit verzinnen maar die is niet stabiel en enkel in overgang zo het al bestaat.

Er is bv. geen neutraliteit in seksueel geweld. Wat zou immers het gemiddelde zijn tussen een kus van liefde en iemand doodkloppen en vierendelen uit seksuele frustratie  Men zou al met heel slecht rekenen dan wat schelden en vernederen tot gemiddelde kunnen maken. En dat zou al een verkrachting van de wiskunde zijn want het echte gemiddelde is heel wat bloederiger. Maar zelfs met die gebroken wiskunde wat heeft men dan de mens aangedaan? Al lijkt het minder goddelijk deze neutraliteit is dat zeker ook, want als nulpunt is men automatisch ook het centrum van alles. Men is daarmee het centrum van het heelal. Alles draait en werkt rond het Ik, de Grote Neutrale, zon, maan en sterren zelfs.

Neutraliteit is dus een begrip dat goddelijk alle aspecten van het bestaan bestrijkt. En dat bestaan is zeker niet zo slecht maar het stinkt als een graf als men er een God van meent te zijn. En dat betekent dat men vooral de ander oplegt om zich als God of ten dienste van de Ik-God te gedragen. Een ander gedrag is ketters en moet bestreden worden als het grote kwaad. En deze strijd voert men dan tot in alle waanzin in het bed van zijn eigen kinderen, die men niet offert daar zijn ze toch te lief voor, en hun godheid alle perversie in neutraliteit omvat.

Behoed ons in naam van God als men het niet om die kinderen wilt doen van een Neutraliteit te zijn. Die afgod heeft al te veel mannen doodgetrapt, vrouwen verkracht en wat hij met kinderen deed willen we niet eens meer vernoemen. Het woord is heilig en het is zelfs erger dan cijfers vervalsen als men letters verwijderd maar maak het woord neutraliteit toch maar grijzig en denkt liever eens objectief. Doet zoals een echte held en vergeet je eigen belangen en speel eens met een kind ipv het te misbruiken. Dat kind zal je meer verering geven dan je ooit als andere godheid zal krijgen. En zelfs als het kind der duivels je dat niet zou geven kan je nog lachen ipv klagend zeuren.


Wie at de taart op?


We leven in een tijd van beeldschermen en ander gadgets die lief naar ons lachen en waar we uren mee kunnen spreken. En net zoals de mens al duizenden jaren doet denken we dat het wel allemaal lief tegen ons zal zijn als we er lief tegen spreken. We voelen ons zo veilig als we een beeld van vrede naast een beeld van liefde en zelf na en beeld van oorlog.

Maar er was ooit eens een domme naïeve jongen. Hij maakte en vertroetelde beelden maar hij geloofde er net in. Vreselijk, ongehoord en tegen alle goede zeden in.
En toen kwam men met taart, of ze lekker was weet ik niet. Maar ze was voor het beste beeld.

En toen beging hij de vreselijke misdaad om heel die heiligheid op 1 na ineen te slaan.
En verklaarde hij dat die beelden elkaar hadden geslagen om de taart.
Zijn geweld en leugen werd ontmaskerd en zoals nog altijd was men verontwaardig over dit extremisme.

Het oude verhaal wilt dat de wanpleger nu zelf vertrok en zelfs een goddelijke stem hoorde bevelen.
Als voorbeeld voor vele anderen was er 1 jong meisje dat hem niet liet zitten en mee wegtrok.
Nu valt te betwijfelen wie wat beval en men zou zich kunnen houden aan de beelden van gezag tot strijder.
Maar verborgen die beelden niet de werkelijke grote schat? Zou er niet iets anders bestaan waar als men er maar lief tegen is en dan alles beter wordt. Niet zoiets als oude beelden waarmee men ten oorlog trekt maar dat nieuwe maar toch zo oude beeld van de jonge vrouw die alles beter maakt. Maar nee dat kan niet, dat zou niet zo neutraal zijn als een beeld.

Het zou even ondenkbaar zijn als onze specialisten van aanzien gaan verwijten dat ze alles kunnen delen en verdelen, dat men kan tellen hoeveel zandkorrels er waren tot het aantal sterren. Maar dat ze gewoonweg niet in staat zijn tot die zware daden als om mensen geven, een gewoon kind leven schenken, een traan wegvegen en eens zalven waar men pijn heeft. Ondenkbaar toch dat men zo onneutraal kan spreken of zelfs maar denken

Het zou neerkomen op beweren dat de mens in zijn schoonste vorm is geschapen en hij verworden is tot het laagste der laagste. Een regenworm zou nog op hem schijten. En helemaal om te lachen men zou kunnen denken dat men goed moet doen, hard moet werken en daar nog voldoening van zou hebben. Gewoonweg te belachelijk, de gek van 1506 zag al dat dat gruwelijk was.


Wat zeg je een mens als doel op zich behandelen en niet als middel. Kom nu welke dwaas gaat zo iets verzinnen? Straks gaat men nog beweren dat schermen niet praten en microfoons niets zien. Of men zo gestoord 
word dat men gaat denken dat er moordenaars, dieven en, hoe bedenkt men het, drugshandelaars in een gevangenis zitten.

Maar weer moet ik betuigen zo'n krankzinnige nader te staan,
dan de half-gelovers.
Ik beklaag die man, maar ik begryp hem.
Ik veracht de ellendigen die met hun vroom gewawel hem hebben gek gemaakt,
zonder  -- let wel! --  ooit hun eigen kinderen de hals af te snyden.
Multatuli Idee 208 



En nog altijd heeft dat beeld honger maar waarom zou je het kapot trappen als de taart zo lekker is?


Komt allen mee . . . daar is wat fraais te zien!

Het meest heilige ding in onze moderne wereld is wel de scheiding der machten. Maar zo modern is dat idee wel niet. De officiële oorsprong ligt rond de revoluties van de 18e eeuw, niet hypermodern maar niet zo heel oud. Maar als men verder kijkt ziet dat de oorlogen en scheidingen van de 16 eeuw ook al rond een scheiding van macht draaide. Ook de gilde strijd met de gekende Guldensporenslag vocht erom. Maar niets kan onze heiligheid zo mooi verantwoorden als dat schouwspel dat we al duizenden jaren keer op keer weer vertonen, we worden er nooit moe van.

Dat zal, by God, wat schoons zyn deze keer!

We moeten natuurlijk op God vertrouwen om het moois te zien. Of wat men eigenlijk hiermee bedoeld op onze menselijke goden en halfgoden. Geen uitzending, gen show kan schoon zijn zonder de vele inspanningen van onze woordvoerders. De heiligheid van de machtscheiding staat en valt met heiligheid van macht, bezit en andere gelijkheden. Maar wees gerust het zal schoon zijn want alle goden staan er achter.

Dit weet ik waarlyk niet, men zegt hy is hanootzri 

Over wie gaat het, ik weet het niet echt. Hij heeft zeker niet veel aanzien. Ik geloof dat hij iets als schrijnwerker was of was hij daar niet goed voor en was het iets in de bouw of met staal. Ik weet het niet maar het was niet zo belangrijk.

Ik had dien dag een splinter in myn voet

Het is nog gebeurd en een van de vorige keren was niet zo leuk. Men was ziek van het straatvuil. De winter wou maar niet voorbijgaan. En zo veel bezigheden vroegen echt alles om de vertoning te volgen. Het stoorde al volop de pret.

De dief die u bedroog

Dat verhaal is zeker leuk. Stel je voor die dief wandelde gewoon binnen en vroeg een doosje om zijn spullen in te steken. En ik was zo bedrogen dat ik het hem nog gaf ook. Maar hoe kan ik nu in een dief geloven als ik zo bedrogen was om hem te verwarren met een Hercules. Ik weet het is ongelooflijk maar echt die dief durfde mij zo bedriegen en dan nog niet direct doodgaan.

Is niet zoo zwaar van bouw, zoo forsch van leest

De man, een kind bijna nog, waar het nu om gaat is zeker niet zo stoer. En ik kijk nu zeker wel uit. Deze man zal nog wel even spreken. Die zal nog wel even terugkomen en ons vermaken met zijn pogingen om nog wat te leven. Komaan laat ons toch onze kinderen vanuit hun bed halen. Schuif even op lieve man. Er valt iets moois te zien.

Die and're dief

Die andere hebben ze gezocht in treinen, bussen en vliegtuigen. Ze hebben uren telefonie uitgeplozen. En iedereen wist zich bedrogen. En de onverlaat was zo vervelend om ons maar niet te willen plezieren. En ik had hem nog wel een mooie schijf met dans muziek op bezorgd. Zo bedrogen en dan niets van vertoon voor onze kinderen. Hoe is het toch mogelijk.

Wie jaagde 'm weg?

Die dief? niemand. O je bedoelde iets anders. Er is toch zoveel volk weggejaagd. Het had iets te maken met scheiding. Nee, niet die van een haarscheiding. Het was iets met hardwerkende en gerespecteerde belastingbetalers die zich volop wijden aan het brengen van heiligheid. Die man was echt verschrikkelijk en joeg op al die grote professionele bijdragen. Je had het moeten zien.

En van de wiss'laars in den tempel 

Dat was natuurlijk verkeerd. Geld hoort toch niet de boel te beheersen. Welke politiek kan nu goed zijn als ze enkel op geld steunt. Hoe kan men nu bidden en aan geld denken. Of hoe kan men nu op basis van geld over mensen heersen. Het was dan ook een pracht van een schouwspel, het geld vloog alle kanten uit.

Ja, juist! Wy allen gingen mee, de heele buurt

En met zijn allen gingen we mee en hebben we veel opgeraapt. Iedereen was er.

Eilieve, zie . . . die vrouw! Zou dat z'n vrouw zyn?

Er moet natuurlijk wat seks bij komen. Anders is de vertoning niet compleet. Het gaat hem natuurlijk niet om iets goed. Geld vind hij blijkbaar niet echt belangrijk, die andere dief was iets anders. Maar seks zal het wel zijn, al die maagden en zelfs mannen zullen hem wel bewogen hebben. 

Schuif niet zoo heen-en-weer, m'n kind, dat doet me pyn!

Kind toch, zit nu eens stil. Ik vertel je later wel eens wat mededogen betekent maar heb het nu eens voor je vader en zit stil. De vertoning gaat zo beginnen. Zeur nu toch niet over die vriendjes en hoe ze je uitlachte.

Ge hoort het, Ben Daöud . . . dàt maakt hem zwak

Het valt te horen en te zien. De kogels vliegen, slag na slag komt er op zijn rug. Het bloed spuit volop. Schuif even op zodat het kind beter kan zien.

Komt mee, komt mee, daar is wat schoons te zien!

Kom dan, zulk showspel mag je toch zeker nooit missen.

Wat hy misdeed? 'k weet niet wat hy misdeed,

Ik weet het ook niet. Men zegt zelfs dat hij het werk van een heilige deed. Maar dan zal hij toch zeker voor een mooi schouwspel zorgen.

Komt mee, komt mee, daar wordt 'n man gekruist!

Hoera, hoera voor Golgotha!
Ik ben wat moe, m'n beste Tine!

Men wordt er moe van. 

Maar hoe zou men nu ooit kunnen stoppen met verhalen over de waanzin van de scheiding. Nee niet de scheiding van geld, seks, macht en andere heiligheden. Iedereen weet wel dat dat onzalige huwelijken zijn en zelfs het bed vol splinters en beenmerg zit. Het is die enorme waanzinnige scheiding van menselijkheid en de mens. Men eist geld voor onderwijs en klaagt dat kinderen niet dom genoeg zijn. Men denkt dat een betaalde huurling meer zou kunnen dan een volledig toegewijde timmerman. We vereren kinderen als afgoden en offeren ze aan de nog grote moloch van bezit. We sleuren ze onder de genoegens van de oompjes weg om het schouwspel van bloed en tranen te verheerlijken. Men wordt er terecht wat moe van maar het schouwspel is toch zo mooi dan is elke moeheid van geen tel en anders is er Tine nog...

Maar . . . koop nu ’n revolver, schaf en trek u ’n wambuis aan,
van staaldraad, want denk er aan:
"Charitas odium parit!" (liefde baart haat)
Amsterdam, 8 Juni 1861 - Multatuli



Waarom zetten we geen heksen meer op de brandstapel?


Het lijkt een onnodige vraag maar waarom zetten we geen heksen meer op de brandstapel?

Het antwoord zou kunnen zijn dat oudere vrouwen niet meer zo lelijk zijn als in sprookjes. De moderne cosmetica en geneeskunde heeft echt voor tovenarij gezorgd. Maar dat antwoord dekt niet alle mogelijke veroordelingen. En het ging zeker niet enkel op toverkunsten maar vooral om de verwante beoordeling van seksuele gunsten en jaloezie. Ook de overspelige stenigen we niet meer.

Een ander antwoord zou kunnen zijn dat we onderhevig zijn aan een verval van zeden. Maar is dat wel zo? Visuele sex is wel vrij eenvoudig beschikbaar maar anderzijds is de dwangbuis van relatie en bezit van de andere sterker dan ooit. Economische, maatschappelijke en sociale factoren zorgen voor een keten en isoleercel waar menige middeleeuwse burcht jaloers op zou zijn. Slavernij is officieel juist afgeschaft maar in een officieuze vorm is ze sterker dan ooit.

Wij zouden slimmer en vooral menselijker geworden kunnen zijn. Maar zijn we echt minder goedgelovig dan onze voorouders? Geloven we niet evengoed de eerste de beste van aanzien die ons verteld hoe het mystieke slachtoffer, liefs wat schrikwekkend van uitzicht, verantwoordelijk is van diverse geheimzinnige daden waar tijd en ruimte op geheimzinnige manier geweld wordt aangedaan. Evenmin geven we veel om logica en bewijzen. Kan men iets niet weten dan is er toch geen probleem om de grootser duistere kunsten aan de schuldige toe te schrijven.

Is onze overheid soms meer gericht op mens, wet en orde geworden? Nee niet echt, er waren tijden dat wet wet was en niet een kluchtspel van verklede figuren. Ooit vocht men in een gerechtszaal voor recht en leven maar nu is het vooral een springplank naar meer. En vooral hebben onze rechters niet echt problemen om een heks of tovenaar uit te lachen voor ze de galg of brandstapel aansteken;

Is ons geschreven woord van pers tot onderwijs soms krachtiger geworden? Ook niet, ze slapen jaren om dan hooguit zich eens om te draaien voor de laatste roddel over sneeuwwitje en sinterklaas. 

Houden we dan niet meer van dood en geweld? Komaan nu niet lachen he, we willen meer bloed zien.

Maar waarom zetten we dan geen heksen meer op de brandstapel?

Zou het kunnen zijn omdat we vloeken niet meer verbieden? Niet uit een vuilspraak maar omdat er geen absolute norm meer is waar men vloeken mee zou kunnen verbieden. Enkele gekken willen nog wel eens een zuiver vuil promoten maar men is steeds machteloos om te verbieden over vuil te spreken of te vloeken. En is vloeken mogelijk dan is zowel hekserij als veel andere misdaden niet meer serieus te vervolgen. Het zou kunnen.

Maar als we vloeken zijn we dan de beschaving niet kwijt ook en zijn we overgaan in een nieuwe tijd zonder norm en regel dan gewoon mens zijn.

Verdomme. 

Willen we dat wel of zouden we toch maar terug een heks op de brandstapel zetten?

De vos vlucht naar Necrofilie

Dit is feitelijk een wetenschap die bestaat uit ontvluchten, gezien de onmogelijkheid of de weigering om te spreken van seks zelf, het zich voornamelijk bezighouden met afwijkingen, perversie  uitzonderlijke eigenaardigheden, pathologische reducties , en morbide verergeringen. Beweren de waarheid te spreken, het opwekken der angst van mensen ... Onwillekeurig naïef in het beste geval, vaker opzettelijk leugenachtige, in medeplichtigheid met wat het aan de kaak stelt, hooghartig en koket, somde men een hele pornografie op van het morbide, die kenmerkend is voor de samenleving die een einde verwacht.
Michel Foucault (1976)

Men hoort de laatste dagen veel over wetenschap of wat daar voor moet doorgaan. Het is geen uniek of nieuw gebeuren maar de hogepriesterlijke wijze regeert weer en is tegelijkertijd niet altijd zo wijs. De logica is natuurlijk eenvoudig en verleidelijk, de priester is zo wijs en moet dus gekroond worden. Socrates bracht dit idee naar voor in zijn Utopia, waar hij de macht bij de filosofen legde want zij weten wat rechtvaardigheid is. Probleem is wel dat Utopia niet bestaat maar vooral dat filosofen of geleerden niet altijd dat zijn en eerder priester-geleerden zijn. Het verschil is wat Foucault hierboven beschreef. Men heeft iets wat zeker op wetenschap lijkt maar in werkelijkheid een reeks is van menselijke lusten, perversie en misleiding. Dus alles behalve dat wat een staat zou moeten besturen.

Over welke perversie gaat het nu? Men heeft bvb een fascinatie voor necrofilie, gewone seks is immers onbespreekbaar en ongewenst maar de lust en onderdrukking doet de grote wijze kwijlen. Pedofilie is ook een geliefkoosd beoefenen van seksuele macht. En zo vind men nog wel meer afwijkingen. En om deze gestoordheid toe te dekken vlucht men in de criminalisering van de gewone liefde. De klassieke overspelige dochter en zeker de prostituee die moet gestenigd worden. Maar dit kan men niet pervers genoeg beoordelen om aan de vluchtigheid te voldoen. 

Het meest geliefde in deze context is dan wel de homoseksueel. Men kan wel iets vinden dat men kan veroordelen al is het de eigen wellust. Vooral kan men dan meer op angst steunen, want welk meisje zou de grote heer nu verkrachten maar die struise homo die is gevaarlijker dan een heel leger aan gevangenen bijeen. Of op zijn minst die gevangenen, o zo vervaarlijk, zijn allemaal homoseksueel. O wat zijn we nu toch bang. 

Deze angst draait veel rond zichzelf. Veel homo angst is gebaseerd op een gedeeltelijke of zelfs gehele zucht naar homoseksualiteit. Juist uit perversie gaat men liefde tussen mensen pervers noemen en de eigen smeerlapperij negeren. Zo kon men horen dat een politieker homoseksualiteit gelijkstelde aan racisme. Zijn houding naar racisme is zeker zoals bij velen dubbelzinnig. Enerzijds weet men goed dat het verkeerd is, pervers van politiek en toch wilt men het nalopen. Dezelfde houding heeft men dan naar homoseksualiteit. 

Het probleem is wel dat van iemand houden wel zwaar anders is dan iemand haten. Maar als men de moraliteit van haat en liefde bijster is en enkel perversiteit en vluchten kent dan is er geen verschil. Beiden is onzekerheid, angst voor het onbekende en vooral kan men altijd haat vinden. Men ontvlucht dan zowel liefde als een besef van goed en slecht. En wat er overblijft is een perverse leegheid van menselijkheid en dat is wat haat is. 

Deze angst is ook verbonden met de Vlaamse cultuur. Al bij de wortels van Vlaanderen, nog in de Middeleeuwen, was deze vos gekend. Een dubbelzinnig houding waar men een schijn van waardigheid en gehoorzaamheid ophoudt maar die werkelijk belust is op perversie die zijn weerga niet kent. Men speelt graag met mensen hun genitaliën maar de vos wilt ze gewoonweg afrukken en zijn liefde betuigen aan de dode kippen. Een schijn van heiliger dan eender wie gecombineerd maar gewoonweg zelfs de doden verneuken. Concience weet al aan dezelfde vos de eeuwen van Vlaamse onderdrukking. Geen buitenlandse macht was ertoe in staat als de vos zelf niet de doden had geneukt. 

Haat en liefde zijn immers niet gelijkwaardig, haat is een ontbreken van liefde geen te cultiveren andere kant van liefde. Perversie en haat zijn beide een ontkenning en negatieve vorm van mens zijn, er is geen grens aan omdat het juist niets is. De doden kunnen van niemand houden maar zijn de perfecte haters en perfect voor elk misbruik. Als stoornis omschrijft men dit als necrofilie, maar als gemeenschap kan men er evengoed aan lijden en dan noemt men het decadentie, defaitisme en populisme. Zaken die allemaal hetzelfde zeggen, of beter gezegd allemaal het niets beschrijven.

Het is moeilijk om voor iets op te komen. Het is moeilijk om van iets te houden. Het is moeilijk om iets te bouwen. Zaken die duidelijk zijn. Maar hoe kan nu het niets zijn een samenleving dienen en die een mooi iets maken? Het is onmogelijk en absurd en enkel denkbaar vanuit perversie en afgunst voor wat mooi en edel is.

Spreken is moeilijk, maar ik moet

Speaking is difficult, but i need

Met deze woorden begint een toespraak die geen grote retoriek bevatte. Die geen grote volksmassa's zal begeesteren en die verdwijnt tussen de vele geweld-talen. Maar het is een boodschap die gelijkgesteld kan worden met vele andere grote toespraken. Wat maakt die woorden van Gabrielle Giffords op 30 januari dan zo bijzonder?

Het is zeker pakkend op een slachtoffer van onze waanzin eens te horen maar dat gebeurt nog al eens. Waar het om draait is dat het spreken moeilijk is en toch moet, hoe waanzinnig is het als men tot zulke dwang is gezakt? Ja, waanzinnig, als men met moeite kan spreken en dan nog moet vertellen dat men enige moed moet vinden om iets te durven zeggen...

De specifieke toespraak ging over geweld en wapengebruik. Maar we leven in een tijd waar tegelijkertijd de communicatiemogelijkheden revolutionair exploderen en men steeds meer moeite heeft om echt te spreken. Een situatie waar we in Vlaanderen reeds lang mee vertrouwd zijn. Door de Vlaamse ligging, de Vlaamse middelen en tal van inspanningen van mensen die hier woonden vormde en vormen we nog altijd een brandpunt van intermenselijke communicatie. Schilderkunst, boekdrukkunst, kaarten tot zelfs moderne informatica wortelen zwaar in Vlaamse bodem. Een land meer bevoorrecht dan een Amerikaanse senatrice Maar dan was er de schutter....

Er zijn helaas van die mensen die een andere vorm van communicatie voorstaan. Waar de mens over liefde wilt fluisteren kwijlen zij over perversie. Waar de mens wilt omhelzen willen zij ineen slaan. Waar de mens samen wilt opbouwen staan hun bulldozers klaar. En als men als mens wilt spreken dan grijpt men uiteindelijk naar het geweld en oogmerk te doden. Het is moeilijk te spreken dan maar men moet...

Er bestaat in Vlaanderen een bedrijvigheid die hoge torens bouwde die zagen over weide velden. Maar in die velden kon men niet de vogels horen fluiten en het kind mocht er niet roepen. Want dat zou de grote heer verstoren die alle mogelijke talen van Latijn over Spaans en Frans tot Duits sprak. Maar die tijd is toch al even voorbij. Of toch niet, waarom mag een kind dan nog vermoord worden? Waarom kan er niemand spreken als men een meisje in elkaar klopt en waarom wilt men zeker niet dat er gesproken wordt. En nog altijd is die Vlaamse taal ongeschikt voor de grote heren en wordt zelfs OCMW geld misbruikt om in Vlaanderen een vreemde taal standaard te maken. En vergis je zeker niet, nog minder dan vroeger zijn het vreemde marsmannetjes die het deden, de kern van dit gebeuren is zo Vlaams als maar kan maar het is zo moeilijk om Vlaams te spreken.

Het gaat niet om de klanken of de lettertjes die vergaan toch. Maar het spreken waar het om gaat is dat er al veel te veel kinderen zijn gestorven. Kinderen sterven letterlijk aan de diverse zegeningen van deze waanzin. Kinderen sterven als mens als ze weer eens misbruikt worden door mensen die beweren in het Vlaams te strijden voor vrede en volk maar wel van alles wel de grootste vijand zijn. Zij hebben niet de torens gebouwd maar eisen ze wel op om wie spreekt ervan te gooien. Ze hebben niet de velden geploegd maar graven er wel putten om er in te begraven. En vooral eisen ze het recht op elk geweld want het praten zou toch niet mogen, zwijgen moet men..

Het is moeilijk te spreken maar men moet want er zijn teveel kinderen gestorven om te blijven zwijgen. En hoe waanzinnig is het als men met zoveel meer en zoveel beter niet de moed vind om te spreken. Het spreken is moeilijk, maar ik moet...

Wij zijn de veen soldaten

Waarheen onze ogen blikken:
Veen en heide ligt er alom.
't Vogellied kan geen verkwikken;
d'eiken staan verdord en krom.
.. Wij zijn de veensoldaten
.. en spitten godverlaten
.. in 't veen,

Veen en heide is het niet en spitten doen we ook niet meer. Maar daar gaat het niet echt om de pracht van rondom is geen probleem.
De vogels zijn stil en de eiken krom onder het gewicht der tijd is zelf ook niet zwaar.
Maar we spitten wel nog opnieuw godverlaten in het veen.
Maar wij mogen toch niet klagen;
eeuwig kan 't geen winter zijn.
Eenmaal zeggen wij, na dagen:
'Vaderland, gij zijt weer mijn"
.. Dan spitten de soldaten!
.. niet meer godverlaten
.. in 't veen.
Hebben we nu iets tegen winter of zijn we echt gebrand op soldaten en vaderlanderigheid?
Nee nog altijd niet.

Maar ooit zullen we weer kunnen zeggen dat dit land aan de bewoners ervan behoord. Het is een ondenkbaar iets in de Flaamse angststaat. We moeten immers toch beven voor ons eigen kinderen en zelfs onze ouderen zijn toch zulke bedreiging. Franse bussen kraken, Italiaanse treinen steunen, de Hongaren roepen de Spanjaarden hoeveel de Verenigde Staten van ons moeten krijgen. Allemaal mooie landen maar ze hebben geen veen en geen heide. Dat veen en heide is ook niet van Vlamingen dat is hun al lang ontnomen, ze mogen er enkel zwaar in spitten.

En terwijl de koude winter-wind om onze oren waait is er niets meer dan te wachten tot de winter voorbij gaat en er terug een land is waar men niet voor elke vlok van angst zijn zweet zou moeten verschijten. Het lijkt soms een hopeloze zaak, is er enige hoop in sneeuw en wind? Is er soms enige hoop tegen mensenhaat, tegen armoede, tegen verdrukking, angst enz?

Die is er! Want er wordt vrede, menselijkheid, liefde en zo meer gewild. En dan is de grote angst met al zijn wapens, geschreeuw en gedreig gewoonweg lachwekkend. Men kan boeken schrijven over grote helden, kranten vol over de grote oplichters maar over het simpele verlangen naar wat mooi en mens is kan men eigenlijk kort  zijn. Veen en heide zien we en we spitten en de rest is hoop meer is er niet..

Maar wij willen blijven hopen;
elke winter vindt zijn eind.
Eenmaal zwaait de poort hier open
en de tirannie verdwijnt. 
.. Dan spitten de soldaten!
.. niet meer godverlaten
.. in 't veen.